Waar moet je als rijinstructeur rekening mee houden wanneer je lesgeeft aan een leerling met ADHD of autisme? Cees Kan, psychiater aan het Nijmeegse universitair medisch centrum Radboudumc, gaf vrijdag tips aan rijinstructeurs voorafgaand aan de algemene ledenvergadering van de VRB. “Heb je een leerling met autisme in de auto? Beperk je emoties, leg de oefening zakelijk en neutraal uit.”

In Nederland hebben 2 tot 3 procent van de volwassenen ADHD; bij autisme gaat het om ongeveer 1 procent, vertelt Cees Kan vrijdagavond. De psychiater is gespecialiseerd in ADHD en ASS (autismespectrumstoornissen), waar hij verschillende boeken en artikelen over heeft geschreven. Op het Radboudumc is hij hoofd van polikliniek psychiatrie en stuurt hij het ADHD/ASS-team aan. Voor het CBR voert hij rijbewijskeuringen uit bij mensen met een van deze stoornissen. De VRB nodigde hem uit om te vertellen over de kenmerken van ADHD en autisme en hoe rijinstructeurs hier het beste mee om kunnen gaan.

Autisme

Personen met autisme hebben moeite met multitasken, concentreren, non-verbale communicatie herkennen en onverwachte veranderingen, somt Kan op. “Autisme is eigenlijk een stoornis in datgene waar je je aandacht automatisch op richt. Ze zijn vaak meer gericht op dingen, dan op mensen. Soms zijn ze bijvoorbeeld bijzonder gefascineerd door auto’s. Dat lijkt oké, maar voor de mensen die om de auto’s heen lopen, hebben ze soms minder aandacht.”

Daarnaast blijkt uit onderzoek via eye tracking dat sommige bestuurders de neiging hebben om in situaties met een teveel aan prikkels, letterlijk de andere kant op te kijken. “Mensen met autisme zijn gevoelig voor prikkels. Als ze tijdens het rijden een telefoongesprek moesten voeren, dan deden ze iets waardoor ze niet nog meer prikkels kregen. Ontwijkend kijken bijvoorbeeld.” Dit kenmerk is ook terug te zien wanneer iemand een intensief gesprek voert met iemand met autisme. “Ze hebben moeite om je aan te blijven kijken vanwege de vele prikkels. Ze kijken liever een andere kant op.” In situaties waar te veel prikkels binnenkomen, kunnen ze zelfs blokkeren, vertelt Kan.

Vaker oefenen

Bij bestuurders met autisme is het niet een kwestie van iets wel of niet kunnen, maar het is de vraag of de leerling iets automatisch goed doet of niet. Dat automatisme ontbreekt vaak, legt Kan uit. “Je moet iets echt aanleren. Door iets vaak te oefenen, kun je het automatiseren. Zorg voor veel herhaling, maar wel in een andere omgeving.”  Hoe meer je oefent in verschillende situaties, hoe beter hij de vaardigheid onder de knie zal krijgen, is de boodschap. “Wanneer je een bepaalde vaardigheid oefent in situatie A, ga je ervan uit dat hij die vaardigheid net zo goed uitvoert in situatie B. Maar dat is niet vanzelfsprekend. Je moet die vaardigheid dus ook oefenen in situatie B.”

“Mensen met autisme hebben moeite met het verdelen van de aandacht en schakelen niet zo makkelijk over naar iets anders. Ook hebben ze moeite met het houden van overzicht in ingewikkelde situaties waar veel prikkels binnenkomen, zoals drukke verkeerssituaties. Vaak hebben ze ook wat extra tijd nodig om te reageren, met name op situaties die ze nog niet kennen. Als ze eenmaal goed geoefend zijn, dan gaat dit beter.”

ADHD

Bestuurders met ADHD zijn onoplettend, snel afleidbaar, en hun snelheid van reageren is variabel. Ook zijn ze snel verveeld, vergeetachtig en ze maken meer fouten. Verder omschrijft Kan ze als hyperactief, gejaagd, beweeglijk en impulsief. “Dat laatste wil zeggen dat de leerling eerst doet, daarna pas denkt. In de auto is dat niet zo handig. Bij een beslissing of je wel of niet wilt inhalen moet je eerst even nadenken.”

Ook omschrijft Kan de leerlingen als chaotisch, innerlijk onrustig en ze maken hun activiteiten niet af. “Ze denken van te voren vaak niet na wat voor plan ze maken. Ook hebben ze moeite om hun plan, als ze dat al gemaakt hebben, goed tot aan het einde uit te voeren.”

Tips bij autisme

  • Beperk de prikkels, zorg voor niet te veel heftigheid in de lesauto. Dus ook geen radio aan, niet telefoneren tijdens het rijden en geen sterke parfum in de auto.
  • Leg een oefening rustig en zakelijk uit. “Soms denken instructeurs dat de leerling het beter leert als ze een beetje emotie in het verhaal brengen, zodat het beter blijft hangen. Dat is bij mensen met autisme niet zo, dus houd het neutraal.”
  • Let ook op non-verbale signalen van de leerling. Als de leerling overbelast raakt, pas de les dan aan in de hoogte van de druk of de prikkels.
  • Beperk de informatie tot hapklare brokken.
  • Laat ze tijdens het rijden ook de focus van de aandacht benoemen. Waar is je aandacht nu op gericht, waar let je nu op?
  • Voorkom veranderingen, zorg altijd voor dezelfde rijinstructeur en dezelfde lesauto. Het liefst ook dezelfde, vaste lesstructuur.
  • Neem de route van tevoren door, zodat het niet onverwacht is waar de leerling heenrijdt. Sta ook van te voren stil bij de moeilijkste punten van de route, zodat de voorspelbaarheid van de route voor de cursist wordt verbeterd.
  • Oefen  hoe de leerling rekening kan houden met weggebruikers die zich niet aan de verkeerregels houden. “Mensen met autisme houden zich vaak erg vast aan regels en kunnen er niet goed mee omgaan als andere mensen dat niet doen.”

 Tips bij ADHD

  • Leerlingen die vaak te laat komen voor hun rijles, kun je via een sms-alert een herinnering sturen.
  • Begin in een prikkelarme omgeving, een rustige omgeving om de eerste basisvaardigheden te leren.
  • Geef niet te veel informatie tegelijk. “Deel het op in brokjes, in deelstappen. Maak deze stappen ook niet te groot. Mensen met ADHD hebben moeite tot aan het einde te komen, dus als je de stap te groot maakt, wordt dat nog moeilijker.”
  • Maak de leerling erop attent wanneer hij of zij zich tijdens de les laat afleiden. Zorg dat hij de focus op het goede punt houdt, zodat hij daarin getraind wordt. Breng hem terug in het hier en nu: je bent nu aan het rijden, in deze auto, in deze situatie.
  • Wanneer de leerling tijdens de rijles impulsief reageert, is het goed dit gedrag te bespreken wanneer dit niet door de beugel kan. “Laat ze dan ook alternatief gedrag bedenken: wat kunnen ze beter doen? Geef ook complimenten wanneer ze het wel goed doen.”
  • Wanneer de ADHD van grote invloed is op het autorijden, informeer dan of de leerling medicatie gebruikt en laat hen dit ook gebruiken tijdens de rijles. Bij twijfels, adviseer hen contact op te nemen met de behandelend arts.
  • Tip, ook bij autisme: bied na het rijexamen een aantal herhalingslessen aan.

Tijd besparen

Vanuit het publiek kwam de vraag wat een rijinstructeur kan doen wanneer hij of zij vermoedt dat een leerling ADHD of autisme heeft, maar hiervoor niet gediagnostiseerd is. “Je kunt niet meer doen dan de leerling erop attent maken. Daarna is het toch de eigen verantwoordelijkheid van de bestuurder.”

Tenslotte wijst Cees Kan de rijschoolhouders op het feit dat cursisten met ADHD of autisme hun Eigen Verklaring niet eerst hoeven op te sturen naar het CBR. Ze kunnen zelf direct een afspraak maken met een keurend psychiater. “Dat scheelt weken tijd. De hele procedure duurt al lang genoeg.”

Bron: Verkeerspro.nl